De dynamo van een auto bestaat uit verschillende belangrijke componenten die samenwerken om een stabiele elektrische stroom te produceren. Inzicht in deze elementen onthult de verfijning achter dit essentiële autosysteem.
De rotor vormt de roterende elektromagneet die het wisselende magnetische veld creëert. Deze bestaat uit een spoel die om een ijzeren kern is gewikkeld, met klauwvormige poolstukken die de magnetische flux concentreren. Sleepringen (in geborstelde uitvoeringen) of draadloze excitatiesystemen (in borstelloze modellen) zorgen voor de elektrische verbinding met de veldwikkeling. De rotatiesnelheid en veldsterkte van de rotor bepalen direct het uitgangsvermogen van de dynamo.
De stator, die de rotor omringt, bevat drie sets wikkelingen die 120 graden uit elkaar staan om driefasenwisselstroom te produceren. Deze dikke koperen wikkelingen zijn in specifieke patronen gewikkeld om de output en efficiëntie te optimaliseren. Het ontwerp van de stator - inclusief het aantal windingen en de wikkelconfiguratie - bepaalt de maximale uitgangsstroom en -spanning van de dynamo.
De gelijkrichter zet wisselstroom om in gelijkstroom met behulp van zes of meer diodes, geschakeld in een driefasenconfiguratie met volledige golfvorm. Deze halfgeleiders laten de stroom slechts in één richting lopen, waardoor de negatieve delen van de wisselstroomgolfvorm in feite worden omgedraaid om pulserende gelijkstroom te creëren. Dynamo's met hoge stroomsterkte kunnen extra diodes parallel schakelen om hogere belastingen aan te kunnen. De diodeconstructie voorkomt ook dat de accu terugstroomt via de dynamo wanneer de motor niet draait.
De spanningsregelaar, intern of extern, fungeert als het controlecentrum van de dynamo. Moderne solid-state regelaars bewaken de systeemspanning en passen de rotorveldstroom dienovereenkomstig aan met behulp van pulsbreedtemodulatie. Geavanceerde units zijn voorzien van temperatuurcompensatie en kunnen via datanetwerken met de computer van het voertuig communiceren. De regelaar zorgt voor een stabiele output, ondanks wisselende motortoerentallen en elektrische belastingen.
Extra mechanische componenten zijn onder andere voor- en achterlagers die de rotorrotatie ondersteunen, koelventilatoren die oververhitting voorkomen en borstelassemblages (in geborstelde uitvoeringen) die stroom naar de rotor overbrengen. Het geheel is gemonteerd in een aluminium behuizing die structurele ondersteuning biedt en tegelijkertijd de tijdens bedrijf gegenereerde warmte afvoert.