De overgang van de auto-industrie van gelijkstroomgeneratoren naar dynamo's is een van de belangrijkste evolutionaire stappen in de elektrische systemen van voertuigen. Deze verschuiving, die in de jaren 70 vrijwel universeel werd, werd gedreven door verschillende fundamentele voordelen die dynamo's bieden ten opzichte van traditionele generatoren.
De kern van deze transitie is de superieure efficiëntie van de dynamo bij de energieproductie. Dynamo's genereren wisselstroom (AC) die vervolgens via diodes wordt omgezet in gelijkstroom (DC), wat een veel hoger vermogen mogelijk maakt, vooral bij lagere motortoerentallen. Dit staat in schril contrast met gelijkstroomgeneratoren, die moeite hebben om voldoende stroom te produceren bij stationair toerental. De gevolgen zijn ingrijpend: moderne voertuigen met hun uitgebreide elektrische belasting zouden met generatortechnologie onmogelijk betrouwbaar van stroom kunnen worden voorzien.
De fysieke ontwerpverschillen dragen aanzienlijk bij aan de dominantie van dynamo's. Dynamo's maken gebruik van een roterend magnetisch veld (de rotor) omgeven door stationaire wikkelingen (de stator), een configuratie die een compactere behuizing en betere warmteafvoer mogelijk maakt. Dit wordt steeds belangrijker naarmate de motorruimtes met elke nieuwe voertuiggeneratie voller worden. De borstelloze ontwerpen van moderne dynamo's verhogen de duurzaamheid verder en gaan vaak 160.000 kilometer of meer mee met minimaal onderhoud.
De stabiliteit van het elektrische systeem is een ander cruciaal voordeel. Dynamo's zijn voorzien van solid-state spanningsregelaars die de systeemspanning nauwkeurig regelen, doorgaans binnen 0,1 volt van de gewenste instelling. Dit regelniveau is cruciaal voor de bescherming van gevoelige elektronische componenten die nu de voertuigsystemen domineren. De driefasenwisselstroomopwekking in dynamo's zorgt ook voor een vloeiendere, consistentere vermogensafgifte in vergelijking met de pulserende gelijkstroomafgifte van generatoren.
De eisen van moderne auto's hebben de prestatieverschillen alleen maar vergroot. Moderne voertuigen hebben mogelijk 150-200 ampère continu stroom nodig om alle systemen te laten werken – een belasting die ervoor zou zorgen dat generatoren oververhit raken en snel defect raken. Dynamo's kunnen deze belastingen moeiteloos verwerken en tegelijkertijd de efficiëntie over het gehele toerentalbereik behouden. Het vermogen om zelfs bij stationair toerental bruikbare stroom te leveren, maakt dynamo's onmisbaar voor voertuigen met stop-start-functie die hun motor tientallen keren tijdens één woon-werkverkeer kunnen laten draaien.